In de herfst van 1870 werden deze twee trippen of patijnen hoog in de muur van het Vrouwenhuis gevonden. Het zijn onderschoenen van hout met een leren band om buitenshuis het leren schoeisel te beschermen. Deze dateren uit de 13de tot en met de 15de eeuw.
Waarschijnlijk dienden deze in de 15de eeuw ingemetselde versleten onderschoenen om boze geesten af te weren.
Ze werden aangekocht door de Overijsselsche Vereeniging tot ontwikkeling van Provinciale Welvaart voor hun ‘museum van oudheden’ in het Refter aan het Bethlehemskerkplein. Later kwamen ze in het bezit van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis.
Na het lezen van het krantenverslag uit oktober 1870 gingen de auteurs van het nieuwe boek over het Vrouwenhuis, Jan ten Hove en Saskia Zwiers, op zoek naar trippen in Collectie Overijssel die de collectie van de VORG beheert. Dit paar komt precies overeen met de beschrijving in de krant.
Tot en met 31 maart 2024 zijn ze na 153 jaar terug in het Vrouwenhuis, in een vitrinekast in de muur.
De wethouders Monumentenzorg van Kampen, Richard Boddeus, en van Zwolle, Monique Schuttenbeld, overhandigen bestuursvoorzitter Hidde van der Wal de oorkonde.
Een van de mooiste onderdelen van het Vrouwenhuis is de gang met tongewelf die het voorhuis aan de Melkmarkt met het achterhuis aan de Voorstraat verbindt. Het werd omstreeks 1682 aangelegd in opdracht van het rijke echtpaar Pieter Soury (1645-1695) en Aleida Wolfsen (1648-1692). Aan de Zwolse beeldsnijder Hermannus van Arnhem werd gevraagd de gang te versieren met houtsnijwerk : over Ionische pilasters golven aan een lint lange slingers van allerlei soorten bloemen (roos, goudsbloem, maagdenpalm en vooral zonnebloem), bladeren (eik, klimop, druif) en vruchten. Tijdens de laatste restauratieperiode 2020-2022 werden deze pilasters onderzocht. Een is reeds gerestaureerd.
Een schouw elders in huis versierde hij met slingers van vruchten (trosjes druiven, granaatappel, perzik, lisdodde, dennenappel, maiskolf) en het huwelijkswapen van het echtpaar.
Van de hand van Van Arnhem bleef in Zwolle en Leeuwarden meer interessant houtsnijwerk bewaard zoals de kast voor de zilveren raadsherenbekers van Zwolle in de hal van het stadhuis (1667), waarop de patroonheilige van Zwolle, de aartsengel Michael de draak doodt, het wapenbord van de raden van de Admiraliteit van Friesland (ca. 1670, Fries Museum) en de reliekschrijn voor het gebeente van Thomas van Kempen, 1673 (Onze Lieve Vrouwe-basiliek, Zwolle).
Wapenbord van de raden van de Admiraliteit van Friesland door Hermannus van Arnhem, ca. 1670 (Fries Museum, Leeuwarden). Let op de bijzondere signatuur in de rechterbenedenhoek : H.V.A. fe. ZwolReliekschrijn voor het gebeente van Thomas van Kempen door Hermannus van Arnhem, 1673, gestoken op verzoek van de keurvorst-bisschop van Keulen, Maximiliaan Hendrik van Beieren (Onze Lieve Vrouwe-basiliek, Zwolle).
Meer lezen over deze bijzondere beeldsnijder ? Zie dan de artikelen ‘Hermannus van Arnhem, houtsnijder ‘ van J. Verbeek in het Bulletin van het Rijksmuseum nr. 2 en 3 uit 1968 en het artikel “Seer cierlijk gemaeckt” in het Zwols Historisch Tijdschrift 36 (2021) nr. 3 door Saskia Zwiers
De conserverende restauratie van het Vrouwenhuis is na een periode van maar liefst 26 maanden voltooid. Meer dan twee jaar is er hard gewerkt aan onder andere daken en riolering, tegen vocht en voor ventilatie. Daarbij werden vele ontdekkingen gedaan die een nieuw licht werpen op de bouwgeschiedenis van het complex tussen Melkmarkt en Voorstraat. Leuke filmpjes daarover vindt u bij de pagina ‘Vrouwenhuis’ .
Veel is vernieuwd en verbeterd maar op het oog is er nauwelijks iets veranderd aan interieurs en exterieur.
In 2023 is aan Stichting het Vrouwenhuis voor deze conserverende restauratie de Erfgoedprijs Zwolle-Kampen toegekend. In het in oktober 2023 te verschijnen boek ‘Het Vrouwenhuis van Aleida Greve. Hofje vol historie’ wordt ook aandacht aan de restauratie en de nieuwe bouwhistorische inzichten besteed.
Exact om 12.00 uur (wintertijd 13.00 uur) komt de zon achter de Peperbus tevoorschijn
Deur met een trompe-l’oeil van een wuivende dame, olieverf op hout, ca. 1700
De wuivende dame op de deur van de regentenkamer van het Vrouwenhuis is een bijzonderheid. Zij draagt de mode van rond 1685-1700, met een hoog fontangekapsel (bedacht door Madame de la Fontange).
Zo’n levensechte afbeelding wordt een trompe-l’oeil genoemd : gezichtsbedrog. Als de werkelijke deur dicht is, houdt zij hem al open en zien wij de hoek van de kamer achter haar, met een beschilderd behang.
Het is een van de oudste trompe-l’oeils van een mensfiguur in Nederland.
Tijdens de restauratie van het Vrouwenhuis 2020-2022 moet de deur en de achterliggende kamer beschermd worden. Maar zo’n lichtgrijze stofdeur is ook maar saai. Daarom werd bedacht om opnieuw een trompe-l’oeil van deze beschilderde deur te maken, compleet met deurkozijn, zoals op de ansichtkaart die in het Vrouwenhuis verkocht wordt. Drie Zwolse ‘penseelprinsessen’ togen aan het werk.
Eerste opzet trompe-l’oeil van een trompe-l’oeil, met de hulp van een kwadraatrooster. Potlood en acrylverf op gegrondverfd houtVakken vullen (van het kwadraatrooster) !!! Nu moet ze nog smoel krijgen, Daarvoor wordt portretschilderes Rana Berends aan het werk gezetRana Berends heeft een foto van de originele deur op haar mobiel staanSaskia Zwiers gaat verder met heel nederig werk. Ook belangrijk !Vrouwenhuismuseumassistent Riët Stegehuis schildert aan het landschap op het behang achter de vrouwEen streepje schaduw doet wonderen. Net als een lichtpuntje op een parel. Maar we zijn er nog lang niet!Wat is er nou leuker dan een barstje in een tegel te mogen schilderen. Het echte barstje zit linksboven op de foto, naast de drempel van de originele deurDe echte deur uit 1700 (rechts) gaat het pand verlaten en wordt veilig opgeborgen. Maar voor de verhuizers komen mogen de dames nog eenmaal samen op de foto….
Inmiddels is de originele deur terug in de Regentenkamer en staat de replica elders in huis.
De voorgevel aan de Melkmarkt 53 zal van kleur verschieten
De monumentale panden waarin Museum Het Vrouwenhuis is gehuisvest krijgen een grondige restauratie. De werkzaamheden starten in augustus 2020 en zijn naar verwachting in 2022 afgerond. In die periode is het museum gesloten voor bezoekers.
Het onderkomen van het historische Vrouwenhuis, gelegen tussen de Melkmarkt aan de voorzijde en de Voorstraat aan de achterzijde, is hard toe aan een grootschalige restauratie. Zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant moet er veel gebeuren. Er wordt gewerkt vanaf het dak tot en met de riolering en fundering.
Het Vrouwenhuis bestaat uit verschillende panden die in de 17de eeuw al samengevoegd zijn. Het voorhuis aan de Melkmarkt is in de kern het oudst en staat er al meer dan 650 jaar. Het dwarsstuk aan de Voorstraat is als laatste gebouwd in de 18de eeuw, toen het al Vrouwenhuis was. Binnen heerst een groot vochtprobleem dat nu eens moet opgelost. Daken, goten en stucwerk worden niet alleen aangepakt voor betere isolatie maar vooral ook voor betere ventilatie. Interieur en collectie zijn dan beter beschermd. Bovendien wordt bespaard op energie en is het eeuwenoude pand beter voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering.
De wirwar aan panden zorgt ook voor een chaotische riolering. Zo wordt bijvoorbeeld het rioolstelsel op de binnenplaats aangepakt. De beerput onder de tuinbak wordt verwijderd en er wordt een betere aansluiting op het gemeenteriool gemaakt. Bij de vorige restauratie in 1985-1987 werd in de kelder een beerput met leuke vondsten geleegd. Wie weet wat er nu nog het daglicht ziet…
Als het museum na de werkzaamheden weer opengaat is er aan het interieur weinig veranderd. Dat is de afgelopen 20 jaar al verbeterd met o.a. de restauratie van het 130 jaar oude imitatiegoudleerbehang in de regentenkamer. Wat wel zal opvallen bij de oplettende voorbijganger is dat het museum ook een soort facelift ondergaat: de voorgevel van het huis krijgt een andere kleur. Kleurenonderzoeker Bert Jonker heeft vastgesteld dat delen van de gevel die nu wit zijn, oorspronkelijk een zandsteenkleur hadden.
Zodra het museum weer opengaat in 2022, worden ook de geplande festiviteiten rondom stichteres Aleida Greve weer hervat. Vanwege de corona-uitbraak kon dat in mei niet doorgaan.
Wie benieuwd is naar de vorderingen van de restauratie kan het museum online volgen via website, Twitter of Instagram (@vrouwenhuiszwolle).
Op dinsdag 21 april 2020 was het 350 jaar geleden dat Aleida Greve in de Grote Kerk van Zwolle werd gedoopt. Enkele dagen daarvoor moet ze zijn geboren in bierbrouwerij De Gouden Kroon, nu Voorstraat 34. Vanwege de hoge zuigelingensterfte werden baby’s zo snel mogelijk gedoopt.
Het zelfportret achter de verjaardagskaarsjes maakte ze in 1686, toen ze zestien jaar was.
Enkele jaren later, nadat beide ouders overleden zijn, zet zij met haar zusjes hun bierbrouwerij voort. Brouwerij De Gouden Kroon levert ook aan de magistraat van Zwolle. Haar naam staat onder een rekening die in het Stadsarchief van Zwolle in het Historisch Centrum Overijssel wordt bewaard.
De festiviteiten rond haar 350ste verjaardag konden vanwege het corona-virus geen doorgang vinden. Maar het boekje Bier in Zwolle. De Gouden Kroon van Greve dat toen in opdracht van het bestuur van Stichting het Vrouwenhuis werd geschreven door historicus Jan ten Hove en kunsthistoricus Saskia Zwiers, is bij de heropening in oktober 2022 alsnog verschenen. Het is te koop in de museumwinkel van het Vrouwenhuis voor 12,50 euro en samen met een Gezusters Greve-biertje een origineel Zwols kadootje !
In het Vrouwenhuis worden ook heel alledaagse voorwerpen bewaard, door de laatste oude bewoonsters achtergelaten.
Een ervan is de slagerskalender 1978, door slagerij H. Borst uit de Kamperstraat meegegeven aan klanten. Vol met recepten, niet alleen met vlees.
Helemaal niks bijzonders maar meer dan 40 jaar na dato geeft het toch een aardig kijkje in de keuken van 1978. En het is misschien het enige exemplaar in de wereld die de tand des tijds heeft doorstaan.
Wat dacht u van lichtbruin gefrituurde ‘Asperges à la Orly’ naar origineel Frans recept, zoals op de foto hierboven ?
In het Vrouwenhuis hangen een aantal portretten die met ‘EM.F(ecit)’ zijn  gesigneerd. Ze zouden gemaakt zijn door de schilderes Eva van Marle.
Vijf van zes portretten, gesigneerd met ‘E(v)M.F(ecit)
Tot nu toe is er in de archieven niets over deze schilderes als
persoon of over haar schilderijen te vinden. Nu zijn vrouwen minder makkelijk
te vinden in de archieven maar helemaal niets is wel erg weinig.
Maar waar komt dan die naam vandaan ?
De naam wordt vermeld in de oudste inventaris van het Vrouwenhuis. De directeur loopt op 5 januari 1875 met de gouvernante door het huis en laat deze naam noteren als maker van de portretten. Als hij die schilderijen een paar keer uitleent voor een tentoonstelling, gaat deze naam een eigen leven leiden in de kunstgeschiedenis. Maar of ze ooit heeft bestaan ?
In een Zwolse gildelijst van schilders uit 1639 komt wel een man voor die met EM kan signeren : Evert Moerman. Hij is meesterschilder, afkomstig uit Antwerpen, en trouwt in 1635 met een Zwolse zilversmidsdochter. Hij schildert portretten van zowel katholieke als protestantse mensen, meest Zwollenaren. In 1657 wordt hij begraven in de Grote Kerk waar zijn zerk nog steeds te zien is. Meer weten over de mysterieuze Eva van Marle ? Lees dan verder in het Digitaal Vrouwenlexicon en in het Zwols Historisch Tijdschrift (2014).
Etiket op de voorzijdeDrie van de achttien artikelen van het reglement
Directeur Willem Steven van der Gronden stelde in 1869 een reglement op dat hij de gouvernante en alle zeventien bewoonsters van het Vrouwenhuis liet ondertekenen.
Dit zijn drie artikelen van de achttien : ’s avonds om 10 uur thuis zijn, geen heibel in huis en zelf uw kamer schoonhouden. Wel meewerken anders wordt uw maandgeld ingehouden…
De gouvernante had de leiding over het huis en moest verantwoording afleggen aan de directeur.
Gouvernante Geertje Caper (Kaper), weduwe van Antoni Voorthuis, ondertekende als eerste. Zij bleef 24 jaar in dienst. Na haar pensionering in januari 1875 werd zij als bewoonster in het Vrouwenhuis opgenomen, iets wat wel vaker gebeurde met oudere personeelsleden. Zij overleed in juni 1876.