Uitgelicht : de Tweede Wereldoorlog

Het Vrouwenhuis in de Tweede Wereldoorlog

Op 10 mei 1940 worden alle bruggen rond het centrum van Zwolle opgeblazen. Ook de treinen bij het station, de spoorlijn naar Kampen en de IJsselbrug worden verwoest in een poging de Duitse opmars te stuiten. De 22 dames die op dat moment in het Vrouwenhuis wonen, zullen angstige momenten gekend hebben.

Vanaf 1 september 1941 mochten Joodse kinderen niet meer naar hun eigen school maar kregen noodgedwongen les in de Munt aan de Voorstraat 41, tegenover de achterdeur van het Vrouwenhuis. Later werd het een joods ziekenhuis. Na de grote razzia’s in 1943, waarbij vele Zwolse Joden naar de vernietigingskampen worden afgevoerd, staat het leeg. 

In het Vrouwenhuis worden nog enkele spullen uit de oorlog bewaard. De directrice bewaarde in een mandje wat granaatsplinters en schreef er een briefje bij : ‘Oorlog 1942. Stukken van granaten gevonden op het dak en de binnenplaats. Directrice A. Hendriksen.’  Ook enkele verduisteringslampen (foto) en een verduisteringsgordijn bleven bewaard.

In het kasboek van de penningmeester is te lezen dat begin mei 1943 maar liefst 89 ruiten in het Vrouwenhuis moeten worden hersteld. Een paar dagen daarvoor is namelijk een kruitschip op het Zwarte Water ontploft. Op sommige plekken in het Vrouwenhuis is dat bijzondere oorlogsglas – van slechte kwaliteit door gebrek aan grondstoffen en machines – nog te zien. 

In mei 1945 krijgen de bewoonsters een extra toelage ‘met de Vrede’ vanwege het feit dat Zwolle op 14 april 1945 door de Canadezen is bevrijd.

Geef een reactie